Tijd voor de Thomas Pannenkoek- challenge: Vakantie foto met verhaal.
Het was geloof ik 1994 toen ik met Zus samen op vakantie ging. Zij was 29 en ik net 27. Zowel haar relatie als de mijne was in de winter daarvoor beëindigd.
Omdat we allebei niet veel te besteden hadden besloten we gewoon maar de goedkoopste reis die we konden vinden te boeken; een busreis naar Zuid-Frankrijk in juni, inclusief tent en toebehoren, èn entertainment.
De melige toon van de vakantie werd gelijk al op station Wormerveer gezet toen bleek dat mijn koffer te zwaar voor me was om te tillen. De enige optie was dat Zus mijn koffer droeg met haar grote rugzak in haar andere hand om maar een beetje in evenwicht te houden. Heel lullig, maar het was zo’n ontzettend grappig gezicht dat ik steeds bijna in mijn broek pieste van het lachen als ik haar zo zag lopen.
En zo zagen onze hosts ons dus ook arriveren.
Bij aankomst bleek dat wij samen met twee jongens van zeventien de enige gasten waren in het tentengedeelte van de camping. Wel waren er een stuk of twintig hosts -jongens tussen de twintig en vijfentwintig- druk bezig met het opzetten van de tenten. Er waren verschillende reisorganisaties actief op de camping, de meeste kwamen uit Engeland.
Wij waren tussen al dat manvolk het enige vrouwvolk.
Dat vonden wij uiteraard ‘wel tof’.
Onze (privé;)hosts heetten Walter (links) en Patrick (rechts naast Zus), en vooral met Walter konden we het prima vinden. Hij had een paar dagen voor wij aankwamen een herderspup gevonden die niet van zijn zijde week. Helaas zat het beestje wel onder de teken en vlooien, dus Zus (dierenarstassistente) was gelijk de eerste middag zoet met het verwijderen van de teken.
Onze hosts waren net als alle andere hosts druk met het opzetten van alle tenten die voor de zaterdag aanbrak allemaal moesten staan, dus moesten we onszelf overdag vermaken op het verder nagenoeg verlaten strand. ’s Avonds lieten wij ons entertainen door de hosts, of schoven we doodleuk bij onze buurjochies aan met een grijns op ons gezicht: ‘Wat eten we?’
We waren best wel ‘gemeen’, en ze waren nog wel zo superlief. Ze verblikten noch verbloosden als Zus of ik weer in hun hangmatje lagen, en het kwam gewoon ook echt niet in hun hoofd op om te weigeren als we ze vroegen de volgende dag pannenkoeken voor ons te bakken of zo.
We waren dól op onze buurjongens.
‘Egggwelll!!!’
Er was naast Walter en Patrick nog een Nederlandse host. Zijn naam ben ik – waarschijnlijk opzettelijk- vergeten. Het was net een strontvlieg, niet weg te slaan.
Op een middag kwam hij met een 6-pack halve liters bij ons aan en stopte het zonder ook maar wat te vragen in ons koelkastje. We zouden die avond met de hele groep in Perpignan gaan stappen. ‘Voor als we terugkomen’, verklaarde hij met een hele enge knipoog.
Hij had zijn hielen nog niet gelicht of Zus vroeg: ”Egggwelllltoffff….Biertje Nar?’
Ja. ‘Toffff wellll’ en ‘Egggwelllltoffff’ waren zo’n beetje de meest gesproken woorden in die vakantie. Ik heb nooit meer zo veel gelachen als toen in die melige vakantie. Ik kon dan ook om / met niemand zo vreselijk lachen als met mijn zus. We konden ruzie maken, o jee ja!, maar wat hebben we samen ook vreselijk veel lol gehad.
‘Ab- Fab’ lol noem ik het maar.
Ik weet nog wel dat ze me een keer belde en vertelde dat er zo’n leuke nieuwe serie op de buis was. Toen ze vertelde waar het over ging kregen we al vreselijk de slappe lach.
Zus kreeg later nog iets met een van die Engelse jongens. (Rechts op de foto). Hij was een kop kleiner dan haar, en ik kreeg ‘iets’ met Walter. Smoorverliefd was ik op die jongen, maar hij had al een serieuze relatie met een meisje in Engeland. Bij hun tent hadden ze een grote hangmat met een tweepersoons matras erin, waar ik vaak met hem lag om wat te kletsen terwijl we naar de sterren keken en we naar Barbra Streisand luisterden, zijn favoriete cd. Ondanks dat er tussen ons niet heel veel meer gebeurde dan dat ik in zijn armen lag en ik af en toe een zoen op mijn mond kreeg vond ik het über- romantisch!
Man wat had ik een verdriet toen ik weer thuis was in Nederland.
Het nam zelfs zulke extreme vormen aan dat Zus een brief naar ‘Wally’ had geschreven. Ik kwam de brief tegen toen ik na haar overlijden haar papieren uitzocht:
‘Gaat niet goed met Narda hoor. Ze wil alleen nog maar naar Barbra Streisand luisterden. Eggniettoffff’
Of ze hem ooit heeft opgestuurd?
Vermoedelijk wel.
Ik kwam namelijk bij het uitzoeken van de foto’s een foto tegen van een slapende Wally op zus haar bank in Winschoten.
Misschien heeft ze me er ooit wel over verteld en ben ik het gewoon vergeten. Het is immers al heel lang geleden.
Kon ik het haar nog maar vragen…