Als het leven je als veertien, vijftienjarige meisje toelacht is het je maar moeilijk voor te stellen dat je ooit -pak 'm beet zo'n dertig, vijfendertig jaar later-zelf nog ouder zult zijn dan je ouders toentertijd. Toch is dat exact wat er in een piep en een zucht is gebeurd. Zo haal je samen nog even snel voor zessen in je strokenballenrokje met je voor het allereerst geschoren scheenbenen een pakje Marlboro bij kapper Dirk op de hoek en zo zit je naar een foto slightshow van mooie momenten te kijken in het crematorium van Zaandam:
De vader van mijn jeugdvriendinnetje Sandra is afgelopen maandag overleden.
Och mensen, eerlijk, het was zo'n lieve, gezellige man.
Nu zult u vast denken: 'Over de doden niets dan goeds', maar in dit geval gaat die vlieger zeker op. Ik heb zoveel leuke herinneringen aan San haar ouders. Dat ik er altijd mocht blijven slapen en eten bijvoorbeeld: Casinowit met smeerworst van Deken en een colaatje (dat mocht daar gewoon bij de lunch). En dat ik mee mocht op vakantie naar Italië. Ik was nog nooit zo ver geweest. Had nog nooit eerder een berg van dichtbij gezien. Gut, en de polonaises in 'het Wapen 'met carnaval (Wim zat in de raad van Elf), de avonden met oud en nieuw en verjaardagen, wat een gezelligheid brachten deze mensen altijd met zich mee.
Mijn ouders vonden het toen wel eens moeilijk dat ik liever daar was dan thuis, maar jaren later hebben ze ook wel eens leuke avondjes samen in de kroeg gehad, evenals in Spanje waar ze elkaar toevallig eens tegen het lijf waren gelopen.
Het deed me goed om de foto's te zien van de voorbije jaren.
Ja.
Het was een mooi en waardig afscheid. San en haar zus spraken net als de beide kleindochters. En schoonzoon Peter. "Ja dat is Péter, ja ònze Péééter" zongen wij vroeger toen zus J. nog maar net verliefd op hem was en kijk nu eens: hun oudste dochter gaat volgend jaar alweer trouwen. Onvoorstelbaar toch?!
Maar gek toch eigenlijk, hoewel je soms heel veel hoogtepunten en prestaties uit iemands leven opnoemt, -allemaal even mooi en bewonderenswaardig- zijn het toch vaak een paar simpele woorden die iemands persoonlijkheid het meest treffend kunnen schetsen en daardoor precies een gevoelige snaar weten te raken: W. bracht zijn vrouw G. elke vrijdagmiddag naar de kapper. En altijd als hij haar weer op kwam halen zei hij: 'Wat ben je toch mooi'. Iedere week weer, jaar in, jaar uit, deze zelfde woorden tot aan de allerlaatste keer.
Toen San dat met een brok in haar keel vertelde raakte dat me zo.
Dan was je leven samen meer dan goed, en meer dan mooi.
En zo hoort de liefde, en je leven samen ook te zijn.
Tot op de allerlaatste snik.
(XXX San, trots op je!)