Ik zoek je
op de plank in de kast
in mooie foto’s
en de zilveren armband waar we alledrie zo allergisch voor zijn
naast mams lege asbak
en de biljartbekers van pap.
Zoek je
in teksten
op cd’s
en in onze vingerafdrukken
op de blinkende glazen
en tingelende messen.
In de echo’s in mijn hoofd.
In de vele boeken.
In het beeldje.
Of in de brieven aan mijn lippen
met de schelp met de zee aan mijn oor
gevangen in de geur
van nicotine
boterkoekjes
Pledge
en patchouli.
Fluister je naar me
in het kookboek mam?
Ben je bij me
in het kruisje om mijn nek?
Vind ik jou, pap, terug in de oude brandweerjas van zolder?
En jou, zus, in die vlinder misschien?
De brieven stop ik terug in het doosje.
De schelp ernaast.
De kast sluit ik
met aan mijn vingers
jullie ringen,
wezenloos alleen.
Plaats een reactie