Poes Noes heeft een vriend. Ik vermoedde het al een tijdje maar sinds vanavond weet ik het zeker: Het Is Dik An!
Gisteravond kwamen ze me samen tegemoet rennen toen ik na mijn avonddienst mijn auto inparkeerde, en gezamenlijk begeleiden ze mij naar de voordeur, waar ik Bram dan al pal achter weet.
Jawel, ik heb een zeer enthousiast en onvermoeibaar welkomstcomité!
Maar goed, de prille liefde moest natuurlijk gevierd worden. Daar was ik het wel mee eens. Een schoteltje met water aangelengde melk en wat brokjes leken mij hiervoor wel gepast. Eigenlijk niet goed voor ze die melk, ik weet het, maar hey, wees eerlijk, Champie is ook niet echt gezond, of wel?
Niet zeuren dus.
En ach, het was zo ontroerend lief om te zien hoe hij als een echte een heer betaamd eerst Noes haar buikje rond liet drinken. Daarna deed zij een paar stapjes terug, keek hem verleidelijk met haar scheve koppie aan, en liet hem de rest opdrinken.
Bram en Spook bekeken het tafereel met stijgende verbazing en dikke staarten aan vanachter het keukenraam.
Hoe durfde ik een vreemde vent zijn avances aan te moedigen (Blaas)? De brutaliteit van die kerel (Mooauw)! En nee, ze mochten niet naar buiten om die nozem mores te leren nee. Zo flauw van mij.
En dus gooit Spook nu uit pure frustratie en woede alle spullen van de tafel en is Bram is pisnijdig op en neer aan het stampen op de trap, terwijl ik dit stukje tik.
Ze heeft een vriend. Soooo romanties! Ik heb ff snel een kiek van hem gemaakt. Is ‘ie niet stoer? Kijk hem zitten dan op die motor.
Als je goed luistert kun je hem zelfs horen zingen: “Spring maar achterop bij mij’
Ik draaf weer een beetje door, ik weet het, ik weet het.
Plaats een reactie