Iedere maand verzint Plato (http://platoonline.wordpress.com)
een schrijf uitdaging. Het is de bedoeling is dat je in precies 300 woorden een verhaal schrijft waarin het betreffende woord dat Plato heeft gekozen niet mag voorkomen.
Het woord van deze maand is ‘verhalen’.
-Fictief:
‘Die geloof je toch zeker niet?’
Erna kneep zachtjes in de hand van haar vriendin.
‘En toch gaat het als een lopend vuurtje rond’.
Ze schaamde zich er bijna voor om het te zeggen.
Maar iemand moest dat toch doen? Iemand moest toch ingrijpen?
Ze dronken in stilte van hun thee terwijl ze naar de regendruppels keken die langs het raam naar beneden gleden. Voor wijn vonden ze het nog net een beetje te vroeg. Ondanks hun dikke truien hadden ze het koud.
Zelfs van de Valk voelde de crisis waarschijnlijk in zijn portemonnee.
‘We hadden er een beetje rum in moeten vragen’.
‘Je moet hem bellen.
Gewoon mee confronteren’, zei Erna.
‘Denk je?’
Het was allemaal gewoon onzin.
Hij deed zoiets niet.
Lulkoek.
Het was allemaal gewoon gezogen uit de dikke duim van een grote fantast.
De mobiel ging over. Een keer. Twee keer. Haar hartslag bonkte hinderlijk in haar keel. Drie keer.
Moest ze dit echt nou wel doen?
Vier keer. Ze schrok toch toen ze zijn stem op de voicemail hoorde na de vijfde keer.
Snel verbrak ze de verbinding.
Op dat moment wees Erna naar buiten. Krijg nou wat. Daar liep hij. Met haar.
Gewoon hier op de parkeerplaats.
Als een echte heer hield hij een paraplu voor haar op terwijl zij in de auto stapte.
Links instapte.
Zijn eigen auto stond maar een klein stukje verder op zag ze nu.
Ze lette nooit zo op auto’s.
Wist over haar eigen auto nog net te vertellen dat het een rode was. ‘Zo’n kleintje’.
Ze keken net zo lang tot de auto’s bij de grote weg kwamen. De vrouw ging linksaf.
En hij rechtsaf. Richting huis.
Waar haar hoogzwangere schoondochter waarschijnlijk blij zou zijn dat hij zo lekker vroeg thuis was gekomen op deze miezerige maandag.
Erna bestelde twee wijntjes.
Plaats een reactie